Een eerste inspiratie...

Onderstaand een hoofdstuk dat ik in een cursus schrijven als oefening neerpende op een geïnspireerd moment (201803). Het verhaal zit deels in mijn hoofd en allicht vervolledig ik het nog wel.


Lotte schoot wakker, badend in het zweet. Ze keek roerloos naar het plafond. Beduusd schuifelde ze naar de rand van het bed. Mijn God, kreunde ze. Traag maar zeker duwde ze haar bovenlichaam rechtop en liet ze haar benen uit bed glijden. Effe bekomen, mompelde ze. Half verdwaasd dacht ze na over wat er gebeurd was. Hoe kon dit nu? Vader en moeder hadden toch nooit ruziegemaakt? Waarom dan nu? En waarom zo ontzettend heftig?!

De kerktoren sloeg zeven uur. Oh mijn God, stamelde Lotte, ik moet vertrekken. Die akelige Vanderbilt ook! Ze bundelde haar krachten, veerde uit bed en holde haar kamer uit, de badkamer in. Gelukkig had ze gisteravond propere kleren klaargelegd. Zeven uur twintig. Drie minuten douchen was toch het absolute minimum. Ze ging snel met een borstel door haar haren, stak haar oorbellen in en rende de badkamer uit, de trap naar beneden. In een flits zag ze het beeld van haar moeder, bebloed op de grond. De rillingen bekropen haar. Waarom toch? Acht uur vijftien. Lotte was bijna op univ. Ze fietste alsof haar leven er vanaf hing.

Lottes maag grolde. Gelukkig had ze in de gauwte een banaan meegegraaid. Vanderbilt had haar al diverse waarschuwingen gegeven en de volgende keer, zo had hij haar duidelijk gemaakt, zou hij haar de toegang tot de colleges verbieden. Grr, akelige man!, dacht ze. En vreemde man ook: soms kon hij zo begripvol zijn maar op andere momenten zo ontzettend … zo ontzettend … zut! Acht uur twintig. Lotte deed haar fiets op slot en zette het op een lopen. Acht uur vijfentwintig. Nog dertig treden… Oei, bijna gestruikeld! Acht uur achtentwintig. Lotte kwam op adem, fatsoeneerde zich en zwaaide de deur open.

Goedemorgen, Professor Vanderbilt, zei ze met een vrolijk gezicht. Hmm … Vanderbilt’s pierende ogen keken haar boven zijn neusbril aan. Net op tijd, juffrouw Versnee, siste hij. Maar net op tijd.

Lotte zuchtte en ging zitten. Het beloofde een lange dag te worden.